Deze week had ik een gesprek met een man van in de tachtig. Hij is bij mij in behandeling vanwege depressieve klachten. Gevraagd naar wat er al weer beter gaat sinds de vorige keer, vertelt hij onder meer dat hij gisterenavond naar de stad is gegaan en een avondwandeling heeft gemaakt, ondanks dat hij daar geen zin in had. Voordat ik daar positief op kan reageren, voegt hij toe: ‘er gebeurde daar wel iets, waardoor ik ontzettend somber thuis kwam’. Dat roept de vraag op wat voor ellendigs is voorgevallen. Hij licht toe: ‘een aantal mensen zeiden geen gedag’. Blijkens zijn houding en stilte die volgt, is deze toelichting wat hem betreft volledig en logisch. Alsof hij wil zeggen ‘Situatie X’ leidt automatisch tot ‘Gevoel Y’. Soms lijkt die formule te kloppen. Bijvoorbeeld wanneer iemand vertelt dat een dierbare is overleden, zit je vaak goed als je verwacht dat iemand zich dan verdrietig voelt. In dit geval echter, is wat mij betreft het verhaal nog niet zo logisch. Ik denk dat hier eerder de formule ‘Situatie X plus Gedachte(n) Y’ de somberheid (‘Gevoel Z’) moeten verklaren. Gevraagd naar deze gedachten komt hij vol stelligheid met: ‘Ja, dan vindt diegene mij dus lelijk en dat ben ik ook’. Ik snap dat je met deze gedachte, die de man als een feit lijkt te beschouwen, somber thuis kan komen van een wandeling. Ik ga de rest van het gesprek graag de uitdaging aan om deze gedachte te laten wankelen bij de man. We komen samen op zóveel andere redenen waarom volstrekt onbekenden in een redelijk drukke stad geen gedag zeggen. Vooral de gedachte dat de meeste mensen met zichzelf bezig zijn (net zoals hijzelf feitelijk) spreekt hem aan. Hij besluit diezelfde avond, gewapend met nieuwe, meer realistische gedachten dezelfde stadswandeling te maken. Ben nu al benieuwd om de volgende keer te horen wat er (in zijn hoofd) ‘gebeurd’ is!