Hoe Allah met mij was

Na het lezen van de korte tekst op de verwijsbrief ‘stelt besmet te zijn met HIV’, loop ik naar de wachtruimte. Prima idee uiteraard om personen met een ernstige ziekte naar een psycholoog te sturen voor enige mentale ondersteuning. Ik schud de klamme hand van een vriendelijk ogende, doch ernstig ziek uitziende, tengere man met een ingevallen gezicht en een blouse doorweekt van het zweet. Hij doet me denken aan René Klijn, de zanger die in 1993 is overleden aan de gevolgen van AIDS en de realiteit van de ernst dringt tot me door. Gaandeweg zijn verhaal raak ik echter in vertwijfeling. Op basis van de feiten die hij vertelt, kán hij niet besmet zijn. Zo is hij recent al meerdere keren negatief getest bij de GGD en er is geen sprake van daadwerkelijke geslachtsgemeenschap geweest in de situatie, waarover hij vertelt besmet te zijn geraakt. De verklaring waarom er dan toch een ogenschijnlijk ernstig zieke man tegenover mij zit, volgt uit de rest van zijn verhaal. Hij is getrouwd en samen met zijn vrouw heeft hij drie kinderen. In de loop van de tijd bemerkte hij seksuele gevoelens voor mannen en hij is daar geleidelijk aan meer gehoor aan gaan geven. Parallel aan dat proces is zijn schuldgevoel gegroeid; gevoel van bedrog aan zijn gezin en bovenal aan zijn islamitische geloof. Hij doet iets dat Allah verbiedt en hij is ervan overtuigd dat Allah hem straft en daarom heeft hij HIV. Ik begrijp nu zijn (angst)zweet. Uit pure stress en angst voortkomend uit de overtuiging dat hij besmet is, heeft hij klachten als overmatig zweten en gewichtsverlies en deze klachten bevestigen hem alleen maar in zijn overtuiging. Om een andere reden maakt enige nervositeit zich vervolgens ook van míj meester. Ik ben voor de behandeling dan weliswaar gewapend met allerlei cognitieve technieken gericht op het uitdagen van belemmerende overtuigingen, maar de gedachte komt in me op dat ik de ongelijke strijd met Allah moet aangaan over homoseksualiteit. Allah blijkt toch mét mij te kunnen zijn in de behandeling die volgt. Zijn vurige wens om bij zijn vrouw en kinderen te blijven en daarin een manier te vinden om aan zijn gevoelens gehoor te geven zonder zich daar schuldig over te voelen, hou ik in gedachten. Vragen als ‘wie straft hij eigenlijk allemaal met jouw besmetting?’ en ‘zou het Allah’s bedoeling zijn om ook je vrouw en kinderen zo hard te straffen door hun man en vader van hen af te nemen?’ brengen geleidelijk zijn theorie aan het wankelen. In combinatie met de focus op zijn krachten, onder meer zijn sterke verantwoordelijkheidsgevoel, loyaliteit en liefde richting zijn vrouw en kinderen, kan hij zichzelf toestaan om af en toe middels filmpjes of plaatjes aan zijn behoefte te voldoen én tegelijkertijd de liefhebbende echtgenoot en vader te zijn die hij al was.